“Door de val van Wout (van Aert) kreeg ik de opportuniteit om een wedstrijd te kunnen winnen. Ik wou niet echt zijn val uitbuiten, maar dat is nu eenmaal eigen aan deze sport. Op het einde is Wout er toch nog in geslaagd van mij te kloppen; daar kan ik mee leven. Hij was supersterk. Zeker in de looppassages, waar ikzelf echt zo snel moest lopen als ik kon om te kunnen volgen. Voor zijn terugkeer probeerde ik een goed ritme te vinden en geen foutjes te maken. Maar Wout dichtte de kloof snel. Toen hij er bijna was, hoopte ik erop dat hij nog in de fout zou gaan en ik het kon uitzingen tot aan de finish. Maar hij was gewoon sterker en sneller. Winnen op zich is momenteel geen doel, ik wou gewoon verder beter worden. Dat ik daarbij nu ook in de mogelijkheid was om te winnen, is leuk meegenomen.”